Lezing emeritus prof ir Hans Beunderman

‘verslaafd aan stoelen’

De  voornaamst passie van Hans Beunderman ligt op de snijvlakken van architectuur in ruime zin, en beeldende kunst.  Hij is onder meer vrijwilliger in het Centraal Museum Utrecht met de nevenvestigingen Rietveld-Schröderhuis , Erasmuslaan en Robijnhof. 

Vanuit zijn vakgebied en fascinatie geeft hij lezingen over de Bouwkunde stoelencollectie, over “Gesamtkunstwerk” (Architectuur-Interieur-Meubilair), en bijvoorbeeld onder de titel “Stoel = Huis”. Daarbij heeft hij een speciale voorliefde voor het tijdvak 1875 – 1975, waarin veel veranderingen plaatsvinden – gedreven door maatschappelijke idealen en veranderingen  – die hun neerslag vinden in architectuur en beeldende kunst.

Naar zeggen is hij “verslaafd aan stoelen”…

Lezing Stoel = Huis

12 oktober 14.00, essentie Zonnestraal, Hilversum

Er zijn enkele verwarrende citaten bekend waarin een verband wordt gelegd tussen het Rietveld- Schröderhuis en een Rietveld stoel; maar welke stoel?

In de presentatie wordt kort toegelicht waarom er een Stoelencollectie bestaat in Bouwkunde TU Delft, en in het verlengde daarvan de fascinatie (obsessie?) van architecten met stoelen. Maar ontwerpen kunnen nog “volmaakter” zijn bij een directe samenhang tussen architectuur en  interieur en  meubilair. Zo wordt het begrip “Gesamtkunstwerk” geïntroduceerd.
In een “beeldenstorm” worden vervolgens voorbeelden gegeven uit de periode 1875 – 1975. Een markante positie in dit tijdvak wordt ingenomen door het “Internationale Modernisme/Functionalisme” -met oa Bauhaus, de Stijl, Nieuwe Bouwen – dat nog steeds doorwerkt in de huidige architectuur.

Tenslotte: kun je het Rietveld-Schröderhuis een “Gesamtkunstwerk” noemen, en welke Rietveld stoel hoort daar dan bij?

emeritus prof ir Hans Beunderman

Hans Beunderman (Rotterdam, 1948) behaalde zijn diploma bouwkundig ingenieur / Architectuur (cum laude) aan de TU Delft. In zijn discipline was hij ( 1974 – 1986) als architect werkzaam in Finland en Utrecht.

Tussen 1986 –  1998 bekleedde hij verschillende leidinggevende functies in de (toenmalige) Rijksgebouwendienst / Ministerie VROM.

In 1998 volgde de benoeming tot Decaan van de Faculteit Bouwkunde TU Delft. In die functie was hij oa verantwoordelijk voor de omvangrijke facultaire collectie stoelen/maquettes/kaarten.

In zijn laatste functie voor pensionering was hij Vice Rector van de TU Delft. Voor de universiteit is hij nu oa nog actief nog berokken bij de evaluatie van Europese universiteiten.